Niek's Soap (1)
COLUMNVóór mij op de stoep staat een paar dat zo uit een musical lijkt weggelopen. Het is geen tijd voor carnaval dus ik neem ze serieus. Later zal blijken hoe fout dat was.
Mevrouw doet het woord en meneer tracht het woord te doen. Mevrouw is van adel. Wel drie namen heeft ze. Daar ben ik altijd zo gevoelig voor. Ze worden gepresenteerd op een keurig verzorgd kaartje. Even denk ik nog, dat kun je overal laten drukken. Toch begin ik onder de indruk te raken. Ook van meneer, die met hoog opgetrokken wenkbrauwen boven zijn dikke brillenglazen uit ons steeds zit aan te kijken of hij wil zeggen: 'Vindt u ook niet?' Die gelegenheid krijgt hij echter niet van Mevrouw de jonkvrouw en wij vinden ook nog niets. Als ik laat doorschemeren dat ik een paar serieuze gegadigden heb eveneens voor koop, trekken ze beiden alle registers open over solvabiliteit en garantie.
Als wij het huis kopen waar we nu in wonen gaan we ervan uit dat we eerst het huis verkopen waar we dan in wonen. Dat weten we nu, maar een aantal jaren geleden nog niet. Wij kopen dan het huis terwijl het andere nog niet is verkocht. Dom, dom, dom, maar het is niet anders. Ongewild word je dan huisjesmelker. Want je gaat natuurlijk wel alvast in het nieuwe huis wonen want het andere wordt wel verkocht, denk je. Twaalf jaar lang denken we dat met alle ellende van dien.
Drie gezinnen wonen er. Vooroorlogse huren voor de bovenste etages hebben ons genoodzaakt de benodigde financiën uit de parterre te halen. Niet ten onrechte overigens. We woonden er zelf en hebben deze ruimte naar onze maatstaven gemoderniseerd en aan het toen heersende wooncomfort aangepast. In die tijd kon je het beste schulden hebben. Zonder dat pand hadden we echter schulden genoeg. Een doorn in het oog dus, die parterre.
Het toch wel fikse huurbedrag, nodig om onze lasten te drukken, is er de oorzaak van dat bewoners van de parterre dit niet hun gehele leven willen en vaak kunnen betalen. Voordat wij hen toestaan, leggen we altijd onze financiële situatie uit en proberen vriendelijk doch dringend achter hun financiële draagkracht te komen. Dan trekken zij erin en na ongeveer een jaar er weer uit. Daarna begint de gehele procedure weer opnieuw.
Een telefonische reactie doet vermoeden dat hier de oplossing van onze grootschaligheid aan komt. Een deftige dame vertelt over haar cliënt dat deze precies om zo’n woonruimte als die van ons verlegen zit en ook de datum dat deze vrijkomt, klopt exact. Meneer is geïnteresseerd in koop en bezit een aanzienlijk bedrag aan contanten. Zien is geloven! Ook als er gebeld wordt. En daar staan deze twee dan.
Mevrouw de jonkvrouw neemt weer het heft in handen. Actie is haar niet vreemd. Vanzelfsprekend betaalt de 'voorlopige' huurder alvast de huur en een maand huur vooruit. En vanzelfsprekend wenst hij daar eerst een paar maanden te wonen alvorens hij beslist het te kopen. Allemaal geen punt, volgens haar.
De huurders die wij telefonisch hadden doorgekregen, liggen geduldig op een blocnotevelletje op onze beslissing te wachten. Die hebben de tijd. Zij echter niet. Dat is duidelijk. Ik stel voor dat ik een contractje ga maken dat zij ondertekenen. Of ik dat dan maar aan haar paleisje wilde komen aanbieden. Het was er zo enig.
Ook als we de honderdjes tegen het licht houden en met de nagel over de reliëf bolletjes krassen, kunnen we geen bedrog constateren. Er moet iets achter steken. Zulke mensen komen toch niet meer voor in deze tijd?Het paleisje is echt. Groot, enorm groot en chique. Het personeel zal wat later komen. Anders had ik wel een lunch kunnen krijgen. Het wordt een kopje thee met een kokosmakroon, opgediend op een antiek serveerblaadje. Het enige voorwerp dat jonger is dan honderd jaar, blijk ik zelf te zijn.
Bladgoud, Chippendale, 200 jaar oude, echte zijde, 400 jaar oude kasten en ga zo maar door. Mevrouw de jonkvrouw vergeet daarbij niet de waarde van dit alles te vermelden. Ik ben er zeer gevoelig voor.Mevrouw heeft ook een welkomstgeschenk voor ons. Wat ik denk van een zilveren kroontje. Ik weet echt niet wat ze bedoelt. Toch niet iets om op te zetten? Nee, dat kan niet. Voorzichtig probeer ik: 'Voor aan de muur?' 'Nee, een lamp bedoel ik', is het antwoord. Beneden in de kelder kan ik het wel even bekijken. Ik kan het natuurlijk niet direct meenemen, omdat het nog vuil is en waarschijnlijk te groot om in de auto te vervoeren. Een kort verkoopgesprek voor een Deux-chevaux (Lelijke Eend) doet vermoeden dat ook de Chippendale tafel er nog wel in kan, bij wijze van spreken dan.
Een rondleiding door de spelonken levert nog enige bruikbare attributen op voor ons onbetaalbare huis.
Verguld kom ik met de zilveren kroon thuis. Prachtig vindt mijn vrouw hem. Nu woon ik twee huizen van een juwelier vandaan. Hij kan mij meteen vertellen dat ie verzilverd is. Dat kun je zien aan de ruwe vorm van de krullen. Verzilverd gietijzer. Ik dacht dat hij er verstand van had! Ik laat het maar zo. Een goede buur is beter dan een verre vriendin.
De ellende begint pas goed als we bij mevrouw informeren hoe het met de koop zit. Slecht dus. De rente is veel te hoog en het bedrag wat wij vragen trouwens ook. Dat kan die man in zijn eentje nooit opbrengen. Maar wij hebben hem toch uit de brand geholpen toen hij zijn eigen huis uit moest? Dat wel, maar die huur die wij vragen is toch eigenlijk ook veel te hoog voor een man alleen? En of ik wel weet dat hij onder de huurbescherming valt? Nou mevrouw weet dat wel. Nee, een kwart van de vraagprijs moet er zeker af.
De huurder zelf, die tot dan trouw zelf zijn huur langs komt brengen, weet van al die activiteiten echter niets af. Wel weet hij vertrouwelijk te vertellen dat mevrouw de jonkvrouw in hogere kringen zéér slecht staat aangeschreven. En haar broer ook. Die tafel blijkt trouwens ook geen antiek en het schilderij is van zo'n revolutieschilder. Ik ben gewaarschuwd.
Jammer dat zoiets nou nooit bij een eerste gesprek wordt verteld; maar wel begrijpelijk. We moeten maar niets meer van ons aan haar laten horen. 'Als ik ga kopen dan neem ik wel rechtstreeks met jullie contact op. Ze kan barsten!', is de conclusie van onze nieuwe huurder.
Hij betaalt de huur en doet er een tientje bij 'voor de kleine meid'. Dat noem ik nog eens een huurder.
Zal de juwelier dan toch gelijk hebben?
(wordt vervolgd)
Niek
|start|nu|wijk|top 5|internet|agenda|kunst|idee|specials|columns|vind|
Kritisch Haags, kunst, uitgaan, internet ...
Hagaz!ne: altijd wat nieuws!